Bij diabetes mellitus (suikerziekte) zit er te veel glucose in het bloed en speelt het hormoon insuline een belangrijke rol. Na het eten komt er glucose (suiker) in ons bloed terecht, de alvleesklier maakt daarna insuline aan die ervoor zorgt dat de glucose uit het bloed naar de lichaamscellen gaat, zodat we energie krijgen. De hoeveelheid glucose in het bloed wordt dan niet te hoog. Onbehandelde diabetes mellitus leidt tot een grote kans op hart- en vaatziekten, nierproblemen, oogklachten en klachten aan het zenuwstelsel.

Er zijn grofweg 2 types diabetes mellitus. Diabetes type 1 ontstaat op jonge leeftijd en de alvleesklier maakt dan helemaal geen insuline meer aan. Bij diabetes type 2 maakt het lichaam nog wel insuline aan, maar vaak te weinig en/of de insuline werkt niet efficiënt.

Verschijnselen

Niet iedereen merkt dat de bloedsuiker verhoogd is en dat hij of zij diabetes heeft. Maar klachten die kunnen ontstaan zijn: veel plassen, dorst, moeheid, jeuk, wondjes en infecties van de huid die niet snel genezen. Het is dan belangrijk om met deze klachten naar de huisarts te gaan.

Oorzaken

Iedereen kan diabetes krijgen. Diabetes type 1 is een auto-immuunziekte. Het betekent dat het afweersysteem zich vergist. Normaal gesproken ruimt het afweersysteem alleen ziektes op, maar bij sommige mensen maakt het afweersysteem de cellen kapot die insuline aanmaken, in de alvleesklier. Het is niet precies bekend waardoor diabetes type 1 ontstaat. Het begint met aanleg voor diabetes type 1, ook zonder diabetes in de familie. Vervolgens raakt het afweersysteem uit evenwicht, waardoor het de cellen aanvalt die insuline maken.

Bij een aantal kenmerken en bij een ongezonde leefstijl is de kans dat u diabetes type 2 krijgt verhoogd. Bijvoorbeeld als u ouder bent dan 45 jaar, te zwaar bent, te weinig beweegt, rookt en in het verleden al een verhoogd glucosegehalte in uw bloed heeft gehad. Verder speelt erfelijkheid een rol. Het risico op diabetes is hoger als diabetes in uw familie voorkomt, u van Turkse, Marokkaanse of Hindoestaanse afkomst bent. Dan heeft u al vanaf uw 35e jaar meer kans om diabetes te krijgen.

Behandeling

Bij de behandeling van diabetes type 1 start u direct met insuline. Bij de behandeling van diabetes type 2 kunnen sommige mensen door gezonder te gaan eten en meer te gaan bewegen tabletten en/of insuline uitstellen. Tabletten die de bloedsuiker verlagen zijn bijvoorbeeld metformine en gliclazide. Soms werken de glucose verlagende tabletten toch onvoldoende. Dan zult u ook insuline moeten gaan gebruiken. Mensen met diabetes hebben hiernaast vrijwel altijd baat bij een cholesterolverlagend medicijn, meestal een statine. Dit medicijn vermindert het risico op hart- en vaatziekten. Statines remmen de aanmaak van cholesterol in de lever. De bloeddruk wordt bij mensen met diabetes mellitus extra goed in de gaten gehouden. Vaak zijn ook bloeddrukverlagende medicijnen nodig.

Voeding

Diabetes mellitus is een ziekte waarbij er te veel glucose (suiker) in uw bloed zit. Daarom heet het ook suikerziekte. Glucose komt uit de koolhydraten in onze voeding en omdat de lever zelf glucose kan aanmaken. Koolhydraten zitten niet alleen in zoete producten, zoals jam, limonade, koek en gebak, maar bijvoorbeeld ook in fruit, brood, aardappelen, pasta en rijst.

Wanneer u diabetes heeft is het belangrijk om regelmatig en gevarieerd te eten. De regelmaat is belangrijk om hoge, maar ook te lage (hypo) bloedsuikers te voorkomen. Dit kan door de koolhydraatrijke producten in de voeding goed te spreiden over de dag. Daarnaast is het belangrijk om niet te veel verzadigd vet te gebruiken in verband met het vergrote risico op hart- en vaatziekten. Verzadigd vet zit veel in vette (vaak dierlijke) producten, zoals vet vlees en vette vleeswaren, 48+ kaas, volle melkproducten, roomboter, harde margarine, snacks, koekjes, gebak en chocolade.

Indien u overgewicht heeft en af gaat vallen, ziet u dat uw bloedsuiker gaat dalen en heeft u wellicht minder medicijnen nodig. Dit komt omdat bij afvallen uw lichaamscellen gevoeliger worden voor insuline (de insuline die u zelf maakt en/of spuit) en de insuline beter kan werken.